5.4 – Timing

Het beste moment om een hulp te geven aan een betreffend been, is afhankelijk wat je vraagt aan welk been of deel van het lichaam.

Hierbij heb je de keus uit:

  1. Voorwaarts
  2. Halthouden
  3. Zijwaarts
  4. Opwaarts
  5. Bekken kantelen/verzameling

De beste timing hiervoor, is wanneer het betreffende been naar voren gaat, want op dat moment kan jij het beste dat been beïnvloeden. Dit geldt zowel voor de voorbenen als de achterbenen.

Wanneer je bijvoorbeeld je paard vanuit zijn binnenachterbeen naar voren wilt vragen, is dus het beste moment, wanneer dat been naar voren gaat richting het zwaartepunt.

  1. Achterwaarts

De beste timing hiervoor is, wanneer het betreffende been naar achteren gaat. Belangrijk om te realiseren is, dat het achterwaarts is een diagonale beweging is.

  1. Hoofd laag
  2. Stelling
  3. Hol vragen singelgebied

De beste timing is hiervoor is, wanneer het binnenachterbeen naar voren komt

Wanneer je het in de volgorde van de basis stappen zet betekent dit het volgende, de juiste timing is wanneer:

  1. Voorwaarts – Been naar voren
  2. Halthouden – Been naar voren
  3. Achterwaarts – Been naar achteren
  4. Zijwaarts bij je vandaan voorbeen – Been naar voren
  5. Zijwaarts naar je toe voorbeen – Been naar voren
  6. Hoofd laag – Binnenachterbeen naar voren
  7. Zijwaarts bij je vandaan achterbeen – Been naar voren
  8. Stelling – Binnenachterbeen naar voren
  9. Hol vragen singelgebied – Binnenachterbeen naar voren
  10. Zijwaarts naar je toe achterbeen – Been naar voren
  11. Zwaartepunt terug/verzameling – Been naar voren
  12. Been opwaarts/liften – Been naar voren