4.3 – Leadrope en zweep

De leadrope

Leadrope: Allereerst gaat het om een verlengstuk van jouw arm c.q. jouw energie.

Vanuit daar kan je op de grond gebruiken voor:

Eigen ruimte: naar de grond tussen jullie in
Voorwaarts: ter hoogte van buik waar je been zou liggen of bij het achterbeen
Achterwaarts: ter hoogte van de borst
Halthouden of afremmen: naar de grond tussen jullie in of richting de borst
Zijwaarts: richting de schouder of het achterbeen
Buiging/hol vragen: richting singelgebied (achter de oksel van je paard)
Opwaarts: op pijpbeen
Verzameling: is lastig met leadrope 

Dit kan je doen vanuit de positie voor je paard of naast je paard.

Je intentie is niet om je paard te raken, maar als je paard niet reageert en wijkt voor de druk, kan het zijn dat de leadrope daardoor wel tegen je paard aankomt.

In de bovenstaande video’s geef ik bewust de intentie naar het paard dat hij mag blijven staan 🙂

De zweep

Zweep: Allereerst gaat het om een verlengstuk van jouw arm c.q. jouw energie.

Vanuit daar kan je op de grond de zweep gebruiken voor: 

Eigen ruimte: naar de grond tussen jullie in, denk aan grond vegen
Voorwaarts: ter hoogte van buik waar je been zou liggen of bij het achterbeen
Achterwaarts: ter hoogte van de borst
Halthouden of afremmen: naar de grond tussen jullie in of richting de borst
Zijwaarts: richting de schouder of het achterbeen
Buiging/hol vragen: achter de oksel, in singelgebied
Opwaarts: op pijpbeen
Verzamelen: op de achterhand of bij de staartaanzet

Onder het zadel

Voorwaarts: ter hoogte van buik waar je been zou liggen of bij het achterbeen
Achterwaarts: ter hoogte van de borst
Halthouden of afremmen: ter hoogte van de borst
Zijwaarts: tegen de schouder of achterhand aan
Buiging/hol vragen: achter je binnenbeen
Opwaarts: op pijpbeen
Verzamelen: op de achterhand of bij de staartaanzet


Opdrachten

Op de grond

  1. Maak je liever gebruik van de leadrope of de zweep?
  2. Doorloop voor de jezelf de verschillende hulpen:

    Eigen ruimte:
    Voorwaarts:
    Achterwaarts:
    Zijwaarts:
    Halthouden:
    Opwaarts:
    Buiging:
    Verzameling

  3. Pas dit vervolgens toe op je paard, hoe reageert je paard erop?  

Onder het zadel

  1. Doorloop voor de jezelf de verschillende hulpen:

    Voorwaarts:
    Achterwaarts:
    Zijwaarts:
    Halthouden:
    Opwaarts:
    Buiging:
    Verzameling

  2. Pas dit vervolgens toe op je paard, hoe reageert je paard erop?